In Nederland leven, wonen en werken honderdduizenden arbeidsmigranten. De grootste groep arbeidsmigranten komt uit de MOE-landen (Midden- en Oost- Europa). Polen voert de lijst aan. Arbeidsmigranten verrichten vaak laaggeschoolde en laagbetaalde arbeid in de logistiek, bouw, voedsel- en vleesverwerkingsindustrie, land- en tuinbouw en transportsector. Arbeidsmigranten laten vaak veel veerkracht zien. Ze zijn gemotiveerd om te werken en een goed bestaan voor zichzelf op te bouwen. Veel arbeidsmigranten voelen zich thuis in Nederland.

Toch wordt hun gezondheid vaak bedreigd. Velen van hen verrichten zogenaamd DDD werk – dirty, dangerous and demeaning. Lange werkdagen, ploegendiensten, blootstelling aan chemische stoffen of fijnstof, wonen in overvolle huizen van lage kwaliteit: het zijn slechts enkele factoren die kunnen leiden tot fysieke en mentale problemen. Steeds meer arbeidsmigranten belanden zelfs op straat, onverzekerd en zonder werk en woning.

Samen met de Nederlandse Verenging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) richtten we de werkgroep Arbeidsmigranten Veilig en Gezond (WAVG) op om de uitdagingen van arbeidsmigranten op het gebied van volksgezondheid en arbeid het hoofd te bieden. De WAVG wil de gezondheid van arbeidsmigranten beschermen en bevorderen vanuit de overtuiging dat ieder mens recht heeft op de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid, zoals vastgelegd in diverse internationale verdragen. In de werkgroep zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd: bedrijfsartsen, jeugdartsen, artsen infectieziektebestrijding, artsen tuberculosebestrijding, medisch milieukundigen, artsen Maatschappij + Gezondheid en verzekeringsartsen.

De werkgroep heeft als missie om voor arbeidsmigranten (de toegang tot) effectieve preventieve en arbeidsgeneeskundige zorg te borgen, voor onder meer de domeinen werk, huisvesting, opvoeding en infectieziektenbestrijding. De werkgroep bouwt voort op expertisegroep MOZ en wordt getrokken door Henk van Schie en Karine van ‘t Land.

In december 2025 heeft de werkgroep een Position Paper gepubliceerd.