Dit is het advies van KNMG: ga soepeler om met Wet BIG om levens te redden

De KNMG is van mening dat in een crisissituatie, zoals nu ontstaan is in de corona-pandemie, met de regels van de Wet BIG tijdelijk wat soepeler kan worden omgegaan om levens te redden.

In Nederland zijn de regels rond bekwaamheid van artsen streng. De Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) is heel duidelijk: je moet geregistreerd zijn in het register om jezelf arts te mogen noemen en bepaalde handelingen zelfstandig te mogen verrichten, en altijd voldoende bekwaam zijn. “En dat is goed”, aldus voorzitter KNMG René Héman, “want zo houden we het niveau van onze gezondheidzorg hoog.”

Nood breekt wet: als er straks echt te weinig zorgpersoneel is, dan ben je blij als je geholpen wordt door bijvoorbeeld een gepensioneerde arts, die misschien niet meer praktiserend is, maar wel heel veel ervaring heeft. Of door een bijna afgestudeerde geneeskundestudent, die ruime ervaring heeft opgedaan tijdens zijn stageperiode. “Deze versoepeling kan levens redden in een noodsituatie”, aldus Héman.

De personeelstekorten in de zorg door de noodzaak om het coronavirus te bestrijden, brengen volgens de KNMG met zich mee dat ‘artsen of geneeskundig-specialisten-niet-praktiserend’ die nog over voldoende recente kennis en vaardigheid beschikken onder bepaalde voorwaarden ingezet kunnen worden. Dit geldt ook voor coassistenten, die weliswaar nog geen arts zijn, maar wel al een groot deel van hun coschappen hebben doorlopen en dus ook de nodige praktijkervaring hebben.

Natuurlijk zijn de voorwaarden waaronder niet-geregistreerde artsen mogelijk gaan werken goed doorgesproken. Alleen als het echt noodzakelijk is wordt een niet meer of nog niet-geregistreerd persoon ingezet en dan wel degene die de meest recente praktijkervaring heeft. Ook moet de niet-geregistreerde persoon zoveel mogelijk worden ingezet voor niet-complexe zorg. Daarnaast mag de ervaring van de arts/geneeskundig specialist-niet-praktiserend niet ouder dan tien jaar zijn en moet zijn vaardigheid nog aanwezig zijn of met eenvoudige training en instructie weer voldoende kunnen worden. “En uiteraard is dit een tijdelijke situatie en moet er in de nabije omgeving een bevoegd en bekwaam arts/geneeskundig specialist aanwezig zijn die kan ingrijpen als dat nodig is”, volgens Héman.

Wanneer het personeelstekort zodanig groot is dat niet-geregistreerden moeten worden ingezet, moet een ziekenhuis of zorginstelling zelfstandig bepalen. “Iedere bestuurder kan hierin zijn eigen beslissingen nemen”, aldus Héman, “en ons advies aan de Inspectie Gezondheidszorg en jeugd (IGJ) is om in die uitzonderlijke situatie tijdelijk wat soepeler om te gaan met de handhaving rond de regels rond de Wet BIG.”