3 vragen aan…Bas Bloem, hoogleraar neurologie | ‘de burger moet zelf ook verantwoordelijkheid nemen voor een gezondere levensstijl.’

Wat is jouw visie op gezondheid in de toekomst?

Mijn visie op de zorg van de toekomst is dat dit veel meer bij mensen in de eigen woonomgeving gaat plaatsvinden, in plaats van het brengen van een bezoek aan het ziekenhuis. Daarbij zal digitale technologie in toenemende mate een grote rol gaan spelen, onder andere met videoconsulten aan huis maar ook met het objectief en kwantitatief meten van de gezondheidstoestand in de eigen woonomgeving. Daarnaast zal er in toenemende mate nadruk worden gelegd op zelfmanagement, en zeker ook op een gezonde levensstijl. Natuurlijk moeten zorgverleners hun verantwoordelijkheid blijven nemen als het gaat om bijvoorbeeld medicatie of operatieve ingrepen, maar er ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij mensen met een ziekte zelf, door veel te sporten en bewegen, gezond te eten, en te werken aan stressmanagement. Ook bij deze gezonde levensstijl kan technologie een rol spelen, bijvoorbeeld met motiverende apps op een smartphone.

Welke beleidsverandering zou jij de overheid van harte aanbevelen?

Wat ik de overheid van harte zou willen aanbevelen is vooral te blijven investeren in hoger onderwijs en wetenschap. Het regeerakkoord noemt voor bijna alle grote uitdagingen die wij als maatschappij tegemoet moeten treden in de komende jaren innovatie als oplossing. Tegelijkertijd wordt er meer dan een miljard bezuinigd op wetenschap en hoger onderwijs, en die twee gaan natuurlijk onmogelijk samen. Elke euro die we investeren in wetenschap en onderwijs rendeert zonder twijfel op de lange termijn. Juist nu is het meer dan ooit nodig om krachtig te investeren in onze kennismaatschappij, om hiermee de uitdagingen van de toekomst op een effectieve manier tegemoet te kunnen treden.

Er is steeds meer aandacht voor preventie. Hoe zorgen we dat dit een volwaardige plaats krijgt naast cure en care?  

Een van de grootste uitdagingen die we binnen de zorg tegemoet gaan is het groeiend aantal ouderen met meerdere chronische ziekten, afgezet tegen een steeds kleinere hoeveelheid jonge mensen die kiezen voor een carrière in de zorg, en die dat fulltime willen uitvoeren. Daarom is preventie, zowel primaire, secundaire, als tertiaire preventie meer dan ooit belangrijk. Een groot probleem is nu dat diegene die investeert in preventie niet altijd degene is die daarvan ook de voordelen opraapt. Ik zou daarom graag zien dat we veel meer toegaan naar een integraal zorgsysteem, met ook een financiering die over de huidige schotten van de zorg heengaat. Hiermee ontstaat een collectief belang en een collectief gevoelde verantwoordelijkheid om daadwerkelijk te komen tot preventie, omdat in een dergelijk systeem uiteindelijk iedereen profiteert van gezonde mensen die een lager beroep doen op de gezondheidszorg. Daarnaast zal ook de burger zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor een gezondere levensstijl.

Tenslotte hoop ik vurig dat er meer aandacht komt voor gedegen onderzoek naar de risico’s die gepaard gaan met blootstelling aan onder andere pesticiden, maar ook aan andere chemicaliën, in onze levensomgeving. Het is inmiddels duidelijk dat het huidige toelatingsbeleid een onvoldoende inzicht geeft in de risico’s na blootstelling op bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson of op andere chronische degeneratieve hersenziekten. En dat terwijl het heel goed duidelijk is hoe de screenende experimenten wèl uitgevoerd zouden moeten worden. Het snel realiseren van een verbeterd toelatingsbeleid kan binnen afzienbare termijn leiden tot een afname van de huidige onzekerheid ten aanzien van de veiligheid van bijvoorbeeld de thans gebruikte gewasbeschermingsmiddelen, en helpen bij het indammen van de snelle wereldwijde groei van ziekten zoals Parkinson.