Alette Brunet de Rochebrune

Arts M+G en praktijkopleider Alette Brunet de Rochebrune: ‘Ons vak staat nooit stil’

Praktijkopleiders aan het woord – elk krijgen vijf of meer vragen. Deze artsen M+G vertellen graag over hun motivatie, de tijdsinvestering én wat je allemaal in je mars moet hebben om praktijkopleider te worden. Dit keer: Alette Brunet de Rochebrune. 

Over Alette Brunet de Rochebrune

Functie: Adviserend Geneeskundige
Arts M+G sinds: 2002, ik werk al sinds 1994 als sociaal geneeskundige
Praktijkopleider sinds: 2014
Tot dusver begeleid: 5 aios

Wat is uw motivatie om praktijkopleider te zijn?

Alette Brunet de Rochebrune: “Opleiden vormt een rode draad in mijn leven. Ik ben in 1997 gestart met de opleiding algemene gezondheidszorg (AGZ). Daarna ben ik in de opleidingscommissie van de VAGZ gegaan om een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren van het curriculum. Tot twee jaar geleden zat ik ook in het KAMG Concilium dat zich daarmee bezighoudt. Dus het thema ‘opleiding’ heeft me eigenlijk nooit losgelaten, en rond 2014 ben ik praktijkopleider geworden. Als je kwaliteit belangrijk vindt, is het ook zaak daar zelf zoveel mogelijk aan bij te dragen.”

Waar zit voor u de aantrekkingskracht in?

“Arts-zijn is een leven lang leren, en dat geldt zeker voor de arts M+G. Ons vak staat nooit stil. Ik houd ervan mezelf te ontwikkelen. Ik houd ook van de uitdaging anderen enthousiast maken voor hun werk. Zij zijn immers aan de opleiding begonnen; waarom willen ze dit, wat willen ze leren? Daar gaat het om; de passie, de ‘sparkle’ bij iemand naar boven halen. Het is een mooie ervaring dat je een aios in de loop der jaren ziet groeien. Zien dat iemand wetenschappelijk echt zaken voor elkaar krijgt. Dat je daar een rol in hebt kunnen spelen, is echt bijzonder. Het geeft voldoening om daar de katalysator van te zijn.”

Waarover beschikt een goede praktijkopleider?

“Het belangrijkst zijn coachende kwaliteiten. De aios heeft immers al een opleiding achter de rug, heeft kennis en ervaring. Hij of zij kan goed zelf zijn eigen opleiding vormgeven. Het is behoorlijk zwaar, ze doen dit gedurende vier jaar naast hun gewone werk. Als praktijkopleider geef ik een breder perspectief. Ik probeer iemand uit te dagen het beste uit zichzelf te halen door vragen te stellen, te prikkelen, zelf dingen uit te laten zoeken. Ik leg ook de link met de praktijk, zodat iemand het geleerde steeds kan toepassen.

In het vak van adviserend geneeskundige bij een zorgverzekeraar verbind je het medische met het juridische. Je geeft advies over of en hoe iemand aanspraak kan maken op zorg. Jij moet de voorwaarden vormgeven, er moeten afspraken over worden gemaakt. Dat is een vak op zich. Je bent geen behandelaar, maar arts M+G. Je houdt je bezig met inkoopbeleid, beoordelingsbeleid, organisatie, juridische zaken en je houdt tegelijk vooral het medische aspect in de gaten. Het gaat om de individuele verzekerde, maar ook om groepen. Het speelveld is zo divers, je moet op een hoog abstractieniveau kunnen denken. Als praktijkopleider leer je de aios kijken met een helikopterblik.”

 

Lees ook:
5 vragen aan arts M+G en praktijkopleider Joan Onnink

Is het leerzaam, een aios begeleiden?

“Jazeker, je hebt een andere arts tegenover je. Het is een soort intervisie; alle zaken waarmee zij komen, kunnen voor mij ook nieuw zijn. Ik ben nieuwsgierig, misschien is dat ook wel een vereiste om dit te doen. Ik ben geïnteresseerd in hoe anderen problemen oplossen. Daar word je zelf ook rijker van.”

Wat leer je toekomstige artsen M+G?

“Er zit een aantal wetmatigheden in, maar het gaat vooral om attitude. Je bent geen behandelaar maar hebt wel een rol in de zorg. Hoe breng je die over? Voornamelijk door de vragen die je stelt. Ik vind ook dat je moet weten waar je voor staat en wat je vak is. Dat laat ik tussen de regels door ook zien. Want als je jezelf niet serieus neemt, hoe kan een ander dat dan doen? Ik sta ergens voor, voor goede gezondheidszorg. Daar werk ik aan. Die overtuiging moet er zijn.”

De vraag uit het interview met collega-praktijkopleider Elise Buiting: ‘Wat maakt jouw vak een echt arts M+G vak?’

“Dat zit hem in de diversiteit van de zaken waar ik me mee bemoei. Het is een vak waarin je bruggen moet bouwen. Ik moet ervoor zorgen dat mijn collega’s in het veld hun werk kunnen doen, ziekenhuisartsen, aiossen, GGD-artsen, verpleeghuisartsen; dat zij kunnen doen waarvoor zij opgeleid zijn, namelijk goede zorg verlenen. Daarvoor schep ik de juiste voorwaarden. Bij een goed medisch inhoudelijk advies kunnen beleidsmakers daar niet tegen zijn. Ik sta ervoor dat dingen verbeterd kunnen worden vanuit de medische inhoud. Dat is het belangrijkste, de medische inhoud staat bovenaan. Zodra het fout gaat met de gezondheidszorg, wil ik me er tegenaan bemoeien. Vaak heeft het te maken met de organisatie of dat mensen aanspraak kunnen maken op goede zorg als dat nodig is en dat vind ik belangrijk. Dát is precies waar het om draait bij de arts M+G.”

Het volgende interview is met collega-praktijkopleider Marthein Gaasbeek Janzen. Wat zou je hem willen vragen?

“Mijn vraag aan Marthein Gaasbeek-Janzen: hoe zie jij de toekomst van de arts M+G?”

 

Net als Alette Brunet de Rochebrune praktijkopleider worden? Start met een zesdaagse basisopleiding