Veilige medische zorg in conflictgebieden bittere noodzaak – Kabinet, grijp nú in

Artsen Maatschappij + Gezondheid zetten zich wereldwijd in voor publieke gezondheid, vaak onder de zware omstandigheden. In conflictgebieden zoals Gaza, Oekraïne, Soedan en Syrië is toegang tot medische zorg nauwelijks meer mogelijk. De bescherming van zorgprofessionals en medische infrastructuur staat wereldwijd onder druk.

KAMG en haar federatiepartners – KNMG, De Geneeskundestudent, FMS, LAD, LHV, NVAB, NVVG en Verenso – ontvangen steeds meer signalen van artsen en zorgprofessionals die zich grote zorgen maken over de omstandigheden waarin hun collega’s wereldwijd moeten werken. Het aanhoudende geweld maakt het vaak onmogelijk om patiënten te bereiken of medische zorg te verlenen. Zorgverleners doen wat ze kunnen – vaak met gevaar voor eigen leven – maar worden ernstig belemmerd. Dat is niet alleen onacceptabel, maar ook in strijd met het internationaal humanitair recht.

Oproep aan het kabinet: geef medische neutraliteit prioriteit
Op 8 januari 2025 stuurde KNMG, mede namens KAMG en de andere federatiepartners, een dringende brief aan minister-president Schoof met de oproep om medische neutraliteit actief uit te dragen en te verdedigen. Tot op heden is daarop geen betekenisvolle actie gevolgd.

Wat wij van het kabinet verwachten
Wij vragen het kabinet om vóór het zomerreces:

  • Actief op te komen voor handhaving van het internationaal humanitair recht,
  • Zich in te zetten voor veilige werkomstandigheden voor zorgprofessionals in conflictgebieden,
  • Vrije en ongehinderde toegang tot medische zorg en hulpgoederen te bevorderen,
  • Bij te dragen aan herstel en wederopbouw van zorginfrastructuur, en
  • Het belang van medische neutraliteit nationaal en internationaal uit te dragen.

Afwachten is geen optie.
Medische neutraliteit is geen vrijblijvend principe, maar een internationale verplichting. Het stelt zorgprofessionals in staat ook onder de moeilijkste omstandigheden hun werk te doen. Nederland moet zich hierover uitspreken vóór 4 juli.