Drie vragen aan Hein Raat, voorzitter Concilium over het LOP

Concilium-voorzitter en emeritus hoogleraar jeugdgezondheidszorg Hein Raat kent het grote werkveld van de artsen M+G als geen ander. En hij ziet ook waar alle verschillende specialisaties elkaar raken. “Het uitgangspunt is altijd het bevorderen van volksgezondheid.” 

1. Waarom vind je het belangrijk om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van het LOP? 

Vanuit mijn rol als voorzitter van het Concilium voel ik sterk hoe belangrijk het is om betrokken te zijn bij het nieuwe LOP. Wij vertegenwoordigen binnen het Concilium zowel de wetenschappelijke verenigingen als de jonge artsen M+G in opleiding. Daardoor komen bij ons praktijk, wetenschap en toekomstperspectief samen. Wij hebben de ontwikkeling van het LOP van dichtbij meegemaakt: in de eerste fase, nu in de bijna afgeronde tweede fase, en telkens in nauw contact met het bestuur van de KAMG en de projectorganisatie. 

Een vastgesteld LOP is verplicht voor elke medisch-specialistische opleiding, en na de afwijzing van de vorige versie zaten we veel te lang zonder officieel kader. Juist daarom zijn we blij met deze brede en professionele aanpak, met ruimte voor dialoog en terugkoppeling. Het LOP legt de kernwaarden van ons vak vast: de basis in public health én de diversiteit van profielen binnen de arts M+G. 

Het specialisme arts M+G heeft een bijzondere betekenis voor de samenleving. Ik ben persoonlijk gefascineerd door ons overkoepelende vakgebied public health, en door de manier waarop dat zich vertaalt naar zowel brede als zeer gespecialiseerde werksoorten. Met onze brede blik willen wij bijdragen aan een stevig LOP dat het vak verder zal versterken. 

 2. Wat betekent een goed opleidingsplan voor de toekomst van artsen M+G/jeugdartsen volgens jou?

Ik kijk naar het LOP als fundament onder het vak, maar ook als iets levends. Het huidige LOP zal een kristallisatiepunt zijn, en een startpunt voor de doorontwikkeling van de opleidingen binnen ons vak. Ondanks dat de vorige versie bleef steken, hebben we de afgelopen jaren al mooie vernieuwingen binnen de opleidingen gezien — en ik verwacht dat het nieuwe LOP daar een extra impuls aan gaat geven. 

Ons vak is dynamisch: de COVID-19-pandemie liet zien hoe wezenlijk public health en het werk van artsen M+G zijn voor de samenleving. Een goed LOP helpt toekomstige artsen M+G zich voor te bereiden op wat komen gaat — op nieuwe uitdagingen, veranderende maatschappelijke vragen en nieuwe inzichten in gezondheid vanuit een publiek perspectief. Tegelijkertijd biedt het de mogelijkheid om het plan later weer aan te passen wanneer de tijd daar om vraagt. 

 3. Wat is volgens jou essentieel om dit plan in de praktijk goed te laten landen? 

Nu we richting de afronding van de tweede fase gaan, komt er een cruciale stap: implementatie. Daar is vertrouwen, draagvlak en gezamenlijk eigenaarschap voor nodig. Het LOP biedt een sterke basis om verder te gaan, maar het is belangrijk dat we die basis ook echt met elkaar gaan gebruiken: in de opleidingen, in het werkveld en binnen de KAMG. Het Concilium heeft aangegeven ook in deze fase vanuit haar rol en deskundigheden, te willen adviseren. 

 

 

Ook interessant:

Drie vragen aan Hein Raat, voorzitter Concilium over het LOP

Hein Raat: “Artsen M+G kunnen als medisch advocaat aandacht vragen voor volksgezondheidsproblemen”

Het Concilium in the spotlight | Voorzitter Hein Raat