Arts M+G en praktijkopleider Inge de Vries: ‘Zonde om kennis niet te delen’
Praktijkopleiders aan het woord – elk krijgen vijf of meer vragen. Deze artsen vertellen graag over hun motivatie, de tijdsinvestering én wat je allemaal in je mars moet hebben om praktijkopleider te worden. Dit keer: Inge de Vries.
Over Inge de Vries
Functie: Adviserend geneeskundige Medisch Specialistische Zorg
Arts M+G sinds: 1998
Praktijkopleider sinds: 2015
Tot dusver begeleid: 2 aiossen
Waarom bent u arts M+G geworden?
Inge de Vries: “Ik was altijd meer geïnteresseerd in de brede definitie van gezondheid. Die miste ik in het ziekenhuis tijdens mijn coschappen. Toen ontdekte ik dit mooie vak waarin maatschappelijke en sociale factoren en lifestyle een rol spelen.
Het sprak me ook aan dat je verschillende kanten op kunt; ik heb bij een GGD gewerkt, bij het Ministerie van Volksgezondheid en nu bij een verzekeraar. Je kunt veel voor de gezondheidszorg betekenen, voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg. Als arts M+G ben je vaak de linking pin tussen specialist en ziekenhuis enerzijds en de zorgverzekeraar anderzijds. Wij kunnen specialisten aan het denken zetten omdat we hun denkkader begrijpen. Wij zijn bruggenbouwers.”
Wat leert u als praktijkopleider aan een aios?
“Vooral patroonherkenning en op metaniveau denken. Uit onze grote databestanden kun je trends afleiden. Die kennis kun je benutten, richting zorgaanbieders of onze afdeling die collectiviteit inkoopt. Dat is wat we leren: niet alleen naar het individu kijken maar naar het geheel.
Als een patiënt een behandeling aanvraagt, moet je rekening houden met precedentwerking, Wat betekent dat voor de toegankelijkheid van de zorg en de zorgkosten? Je moet het collectieve en maatschappelijke belang beschouwen, zonder het individu uit het oog te verliezen. Artsen of coassistenten die net uit het ziekenhuis komen, hebben de neiging om een patiënt te willen ‘repareren’. Je moet je afvragen: waarmee is de patiënt het beste geholpen? Wat betekent de aandoening en wat betekent de behandeling voor de kwaliteit van leven? Bij die vraag gaat het niet om geld, maar om wat de patiënt wint. Ik heb workshops positieve gezondheid gegeven, waarin het draait om deze filosofische vraagstukken en deze taboes.”
Wat is uw motivatie om praktijkopleider te zijn?
“Mijn basis is kennis delen en opdoen. Het is zonde om kennis te hebben en die voor jezelf te houden. Dus toen ik in 2000 als praktijkbegeleider werd gevraagd, zei ik ja. Ik ben een tijd gestopt, en in 2015 gestart als praktijkopleider via de SSGO. Het is belangrijk dat er voldoende artsen M+G zijn. Op plekken waar niet zo’n brede blik heerst, is dat echt een gemis. Ik ben idealistisch: ik hoop dat mensen ook weer overdragen wat ik ze leer. Als een olievlek.”
Lees ook:
Arts M+G en praktijkopleider Alette Brunet de Rochebrune: ‘Ons vak staat nooit stil’
Wat is uw visie op de gezondheidszorg in de toekomst?
“In 2040 werken er niet genoeg mensen in de zorg om iedereen alle zorg te geven die er is. Daarvoor moet de maatschappij veranderen. Het belangrijkste is lifestyle te integreren in de medisch specialistische zorg. Mensen moeten gestimuleerd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun gezondheid. Mensen zorgen niet altijd goed voor hun lichaam. Vaak ligt de oorzaak in de sociale situatie. In integrale gezondheidszorg weeg je al deze factoren mee. In plaats van dat je iemand die in de put zit antidepressiva voorschrijft is het soms beter het probleem op te lossen aan de bron. Dat betekent ook dat je een keten van zorg nodig hebt, met bijvoorbeeld maatschappelijk werk.
Ik ben fan van het Cubaanse model. Daar werkt de gezondheidszorg op wijkniveau. Zo werkt de huisarts in de flat waar hij zelf woont. Elke ochtend gaan de ouderen buiten samen gymmen. Dan hebben ze gelijk aanspraak. Als de huisarts ziet dat de gegevens veranderen, kan hij makkelijker ingrijpen. Daar hebben artsen bij ons geen tijd voor.”
Hoe kunnen we het effect van preventie zichtbaar maken?
“Wij kunnen dat als verzekeraar heel goed zien. Als je iemand met risico op diabetes laat deelnemen aan een preventieproject, zie je het effect. Ik zoek graag naar die patronen. Als iemand klachten krijgt die voortkomen uit bijvoorbeeld overgewicht, dan moet je óók de lifestyle te bespreken. Dat verandermoment moet benut worden. Mensen staan er dan voor open. Het is een van mijn missies om dat voor het voetlicht te brengen. Gelukkig verandert de maatschappij en komen er steeds meer goede initiatieven en specialisten die hier oog voor hebben.”
Collega-praktijkopleider Marthein Gaasbeek Janzen heeft ook een vraag: Wat is er nodig om aios M+G trots te laten zijn op het feit dat ze aios zijn?
“Om trots te kunnen zijn, moet een aios weten wat de specifieke kwaliteiten van de arts M+G zijn. Wij focussen op de gezondheid van groepen mensen en hebben daarbij oog voor de invloed van de omgeving op de gezondheid. Dat zijn unieke kwaliteiten.”
En wat zou u op uw beurt willen vragen aan de interviewkandidaat hierna, Sandra Offeringa:
“Inspireer jij je aios om praktijkopleider te worden en hoe doe je dat?”
Net als Inge de Vries praktijkopleider worden? Start met een zesdaagse basisopleiding.