Speech van de voorzitter | Karine van ‘t Land | KAMG congres 2024
Speech van de voorzitter
KAMG congres, 29 februari 2024
Karine van ’t Land
Beste collega’s, samenwerkingspartners en andere belangstellenden,
Wat geweldig om jullie hier allemaal te ontmoeten. En wat staan we als beroepsgroep in een dynamische tijd. Een tijd vol uitdagingen.
Om er een paar te noemen:
- Bestaanszekerheid, als onderdeel van volksgezondheid echt ons thema, staat vol in de politieke schijnwerpers
- Het ene na het andere rapport verschijnt over gezondheid en preventie; de akkoorden IZA en GALA staan er vol mee
- Nieuwe thema’s komen op, zoals publieke ouderenzorg
- Vluchtelingen en arbeidsmigranten hebben onze zorg heel hard nodig, of het nu voor preventie infectieziekten is, opvoeding, preventie huiselijk geweld, fatsoenlijke huisvesting…
- Het klimaat blijft een urgent public health vraagstuk.
- Terwijl ‘oude’ vraagstukken als infectieziekten laten steeds nadrukkelijker weer van zich horen.
Als we de blik meer naar binnen keren, naar onze eigen beroepsgroep, dan zien we ook daar uitdagingen. We voelen de schaarste op de arbeidsmarkt in de zorg:
- Vacatures worden niet ingevuld
- Collega’s zijn overbelast
- Als KAMG horen we over brandjes blussen, over gaten dichtlopen, over niet aan je echte werk toekomen
- Met de knagende vraag: leveren we wel de kwaliteit die we willen en moeten leveren?
Die kwaliteitsvraag geldt voor ons als KAMG zelf ook. We hebben steeds meer moeite om de plekken in te vullen die we moeten vullen om onze eigen kwaliteitszorg voor bijvoorbeeld accreditatie, intervisie en opleiden te vullen. Dat is meteen een oproep aan alle KAMG-leden in de zaal: bekijk de vacatures aan onze vacatureboom!
Over de kwaliteitsvraag rond ons werk zijn we in gesprek met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Leveren we de juiste kwaliteit? Om die vraag stevig met ja of nee te kunnen beantwoorden, is het nodig om duidelijke normen op te stellen voor de verschillende beroepsgroepen. En die normen, daar werken we nog aan. Als individuele lidverenigingen en als koepel KAMG.
De visie op wat we hóren te doen, is natuurlijk ook nauw verbonden met het Landelijk Opleidingsplan of LOP dat we nu ontwikkelen. Over het LOP zijn we momenteel intensief in gesprek met werkgevers en met financiers, met ons Algemeen Bestuur, met het Concilium en onze achterban. Terwijl we overeenstemming zoeken op de uitgangspunten, zijn we tegelijkertijd bezig om de schrijffase op te starten. ‘Dynamisch’ is ook hier het juiste woord. Ik heb er alle vertrouwen in dat we tot een mooie opleiding van 4 jaar voor geneeskundig specialisten M+G zullen komen, met daarnaast een gedegen profielopleiding. Zoals jullie hebben kunnen lezen in de nieuwsbrief gaan we uit van het 4-1 model: 4 jaar als standaard, met een uitstroom mogelijkheid na 3 jaar. We houden jullie op de hoogte.
Ik deel graag met jullie hoe we voor de toekomst de normen voor onze beroepsgroep voor ons zien. Dat gaat over drie niveaus:
- Basisartsen
- Profielartsen KNMG
- Artsen M+G
Basisartsen verrichten in ons zorgsysteem belangrijk en waardevol werk. Denk aan de ANIOS in ziekenhuizen. Ook in ons werkveld zijn veel basisartsen actief. Denk bijvoorbeeld aan basisartsen die meldingen opvangen in de infectieziektenbestrijding, die spreekuren uitvoeren binnen de JGZ, die cliënten van de bloedbank begeleiden. Onze eigen ANIOS leveren waarde in ons werkveld:
- Ze maken kennis met ons vak
- Ze doen belangrijk werk voor de volksgezondheid
- Ze geven de profielartsen en geneeskundig specialisten de kans om zich op het eigen – complexere – takenpakket te concentreren
We moeten wel onder ogen zien dat medisch werk verandert. Geprotocolleerd medisch werk was vroeger een vast onderdeel van de taken van huisartsen en medisch specialisten. Tegenwoordig zien we dat de geprotocolleerde medische taken steeds meer worden overgenomen door anderen, zoals praktijkondersteuners, doktersassistentes, physician assistants en verpleegkundig specialisten. Ook in ons eigen werkveld zien we die trend. Waar artsen zonder vervolgopleiding vroeger, zo’n 30 jaar terug, een leven lang in de publieke gezondheid konden werken, verwachten we niet dat dat over 15 jaar nog gebruikelijk is.
Profielartsen zijn nu al goed opgeleid, en in de toekomst is hun opleiding nog steviger dan nu. Natuurlijk komt er een vakinhoudelijk fundament, en worden ze expert binnen hun eigen profiel. Daarnaast is er in de opleiding meer dan nu aandacht voor samenwerken en leiderschap, voor brede public health kennis en vaardigheden en voor wetenschappelijk onderzoek.
Dat is nodig, want als profielarts verricht je in de toekomst nog meer dan nu complexe taken binnen je vakgebied.
- Je casuïstiek is complexer
- Lokale samenwerking in je eigen wijk en gemeente zijn een belangrijk deel van het werk, met allerlei partijen
- Je bent de goed geïnformeerde steunpilaar van het lokale netwerk
- Met je stevige kennisbasis in public health help je mee te prioriteren en de juiste keuzes te maken
- Je bent voor jouw profiel de brug tussen het medisch en het sociaal domein.
Kortom, boeiend, dynamisch werk in de volksgezondheid dat ertoe doet.
Artsen Maatschappij + Gezondheid werken profieloverstijgend. Dat benadrukken we door het met het nieuwe LOP mogelijk te maken, dat je – als je wilt – na vier jaar expert kunt zijn in twee vakgebieden. Ons lijkt dat van meerwaarde voor ons vakgebied.
Sommige artsen M+G zullen als specialist functioneren in hun vakgebied, met diepgaande kennis en specialistische vaardigheden.
Anderen functioneren meer als T-shaped professional: ze hebben een stevige professionele basis in één of twee profielen die ze combineren met een M+G breed bereik aan kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld in bestuur en organisatie.
Artsen M+G zullen lokaal, regionaal en landelijk niveau met elkaar blijven verbinden, in de uitvoering van zorg en beleid, maar ook in wetenschappelijk onderzoek. Dat doen ze op onze klassieke thema’s, en ook op nieuwe thema’s zoals IZA, GALA en planetary health.
Wij zien dit als een mooie toekomst voor onze beroepsgroep. Met het LOP dat nu wordt ontwikkeld, zetten we stappen om daar te komen.
En dan nog dit. Ik vind het echt boeiend om als voorzitter bezig te zijn met de toekomst van ons vak, met kwaliteitszorg en de opleiding. En tegelijkertijd vind ik het belangrijk om ook de blik naar buiten te houden, naar de maatschappelijke uitdagingen waarmee ik startte. Als beroepsgroep zijn we geen doel op zich. We zijn een middel. Onze professionele kracht, onze privileges zoals die geweldige opleiding, die zetten we in voor volksgezondheid en voor mensen in kwetsbare posities. We staan anderen bij; we versterken gezondheid en welzijn en rechtvaardigheid in onze samenleving. Iedereen uit onze beroepsgroep doet dat op zijn of haar manier, en daar ben ik enorm trots op. Ik hoop dan ook dat ik volgend jaar op het congres heel kort kan zijn over onze kwaliteitszorg en over onze opleiding. Omdat dat gewoon goed loopt, vacatures gevuld, normen gesteld, LOP komt eraan. En dat ik dan heel lang ga praten over de resultaten die we halen, over de mooie dingen die onze collega’s doen, midden in de maatschappij. Daar zie ik nu al naar uit.