De regels voor geaccrediteerde ODB sociale geneeskunde wijzigen per 1 januari 2025
Vorig jaar en eerder dit jaar (januari 2024) hebben wij je geïnformeerd over de wijziging van de van de accreditatieregeling voor de overige deskundigheidsbevordering voor de sociale geneeskunde per 1 januari 2025. In bijgaand bericht lees je meer over de inhoud en achtergrond van de nieuwe beleidsregels. Tevens hebben wij een Q&A lijst opgesteld, waarin je antwoorden vindt op de meest gestelde vragen.
Op de vraag waarom bepaalde activiteiten wel, maar bepaalde activiteiten ook niet (meer) voor geaccrediteerde overige deskundigheidsbevordering (ODB) in aanmerking komen, het volgende. Uitgangspunt voor geaccrediteerde overige deskundigheidsbevordering is dat de activiteit concreet en in belangrijke mate bijdraagt aan de deskundigheid en bekwaamheid van de sociaalgeneeskundig specialist voor de uitoefening van het beroep in het vakgebied. De lijst met geaccrediteerde activiteiten overige deskundigheidsbevordering is hierop gestoeld. Dit is wezenlijk anders dan dat de sociaalgeneeskundig specialist vanwege de specifieke deskundigheid/expertise wordt gevraagd voor bepaalde activiteiten, zoals het begeleiden van coassistenten, het scholen/opleiden van (aankomende) artsen, het zitting nemen in een tuchtcollege, etc. Belangrijke activiteiten, maar die een sociaalgeneeskundig specialist juist doet vanuit zijn professionele deskundigheid. De beroepsverenigingen vinden dat een sociaalgeneeskundig specialist een professionele verantwoordelijkheid hierin heeft en geacht wordt deze bijkomende activiteiten te doen.
Vanuit hetzelfde uitgangspunt is het krijgen van supervisie (individueel of in kleine groep) juist wel opgenomen in de lijst met geaccrediteerde ODB-activiteiten voor sociaal geneeskundigen. Dit gold al eerder bij/voor de verzekeringsartsen, maar is per 1-1-2025 dus verbreed naar alle sociaal geneeskundigen.